Voor elk wat wils? Differentiëren in je les

Als docent bij de Volksuniversiteit krijg je te maken met een diverse groep deelnemers. Deelnemers brengen uiteenlopende niveaus van voorkennis, leerervaringen en tempo’s mee. Hoe zorg je ervoor dat iedereen plezier heeft in de lessen en optimaal leert, zonder dat de ene groep het gevoel heeft te worden afgeremd of overbelast? Hieronder vijf praktische tips voor effectief differentiëren.

1. Leer je deelnemers kennen

Differentiatie begint met inzicht in je groep. Neem de tijd om aan het begin van de cursus te inventariseren welke voorkennis, doelen en leervoorkeuren de deelnemers hebben. Dit kan via een intakeformulier, een kennismakingsgesprek of een korte startopdracht. Deze informatie helpt je om je lessen beter af te stemmen op de groep. Als je het niveau en de voorkennis van je deelnemers kent,  kun je groepen indelen en je materiaal daarop aanpassen.

2. Gebruik werkvormen met keuzemogelijkheden

Voor deelnemers werkt het motiverend om keuzevrijheid te hebben.

Laat hen bijvoorbeeld kiezen uit verschillende opdrachten of werkvormen, zoals:

  • Zelfstandig een opdracht maken.
  • Samenwerken in een duo of kleine groep.
  • Onder begeleiding oefenen met feedback van jou of mededeelnemers.

Zo kunnen deelnemers leren op een manier die aansluit bij hun behoefte, zonder dat ze zich geremd voelen door anderen in de groep.

3. Zet peer learning in

Laat deelnemers van elkaar leren. Dit werkt goed in groepen waarin de verschillen vrij groot zijn:

  • Groepsopdrachten: Stel groepen samen waarin verschillende niveaus vertegenwoordigd zijn. Deelnemers met meer kennis kunnen de minder ervaren deelnemers ondersteunen, wat het leren voor beide partijen verdiept.
  • Feedbacksessies: Laat deelnemers elkaar feedback geven. Dit bevordert niet alleen het leren, maar ook de samenwerking.

4. Houd het tempo in balans

Om te voorkomen dat deelnemers met weinig voorkennis de les vertragen, kun je werken met:

  • Extra materiaal: Bied uitdagende verdiepingsopdrachten of casussen aan voor snelle deelnemers, zodat zij verder kunnen werken terwijl je anderen begeleidt.
  • Zelfstandige momenten: Plan onderdelen waarin deelnemers zelfstandig aan een opdracht werken. Dit geeft jou de ruimte om meer tijd te besteden aan degenen die dat nodig hebben.

5. Wees duidelijk over je aanpak

Leg uit aan je deelnemers waarom je differentieert en hoe dit iedereen ten goede komt. Als je jouw werkwijze op deze manier 'ondertitelt, voorkomt dat misverstanden en zorgt het voor meer begrip en acceptatie binnen de groep.

Differentiëren in de les